ONTWIKKELING

Voor het stichten van de jachthaven kon land worden aangekocht van de Regenten van het ‘Old Burger Weeshuis’ te Sneek. De totale ontwikkeling van haventerrein, kolken en het bouwen van 90 stuks jachthuizen, werd gefaseerd over een periode van 27 jaren uitgevoerd en kwam pas in 1937 gereed.

1e KOLK (1e fase)

Op 26 januari 1911 was de aanbesteding voor het graven van de 1e havenkolk, alsmede het bouwen van 12 jachthuizen. Het werk werd gegund voor Hfl. 7720,- aan de aannemers H.H. de Graaf te Sneek: graven kolk en opzetten polderkaden F. de Wolf te Sneek: bouwen 12 jachthuizen.

N.B.: De heer de Wolf deed met toestemming van de toenmalige Raad van Beheer het bouwen van de jachthuizen over aan aannemer P.J. Olij.

Bovendien werden nog 6 jachthuizen door een aantal aandeelhouders voor eigen rekening vóórgefinancierd, tegen vergoeding van waterpacht. Hierdoor kwam het totaal op 18 jachthuizen (nrs. 1 t/m 18).

Deze eerste jachthuizen stonden dus parallel aan het voormalige toegangspad, waar later de ontsluitingsweg naar het zwembad werd aangelegd.

Op 16 mei 1911 werd de dam aan de ingang van de zijde van de Oudvaart doorgestoken waardoor de 1e kolk een feit was. Van de meeste jachthuizen was het spantwerk toen geplaatst.

In 1921 werden in de 1e kolk nog 8 jachthuizen gebouwd (nrs. 19 t/m 26).

Om dat de verbinding tussen de 1e kolk en het Zomerrak te ondiep was kwamen er in het begin niet veel schepen. Een verzoek aan de gemeente om dit stuk Oudvaart uit te diepen werd door de gemeente afgewezen, pas nadat later de Oudvaart toch was uitgediept nam het aantal schepen toe. Men was vol lof over de goede, rustige en veilige ligplaats in de haven.

2e KOLK (1e fase)

Al spoedig bleek de vraag naar ligplaatsen zo groot dat er moest worden uitbreid. De bedoeling was een 2e kolk te graven ten NO van de 1e. Dit werd echter door de gemeente afgewezen vanwege een andere bestemming; er ligt nu het Sportpark aan de Leeuwarderweg.

2e KOLK (2e fase)

Maar tegen uitbreiding ten ZO van de 1e kolk had de gemeente geen bezwaar. Zo kocht de Raad van Beheer in 1924, opnieuw van de Regenten van het OBW, een stuk grond en werd het 1e deel van de 2e kolk uitgegraven. Het ontwerp was van architect J.G.W. Kiezebrink uit Sneek en het graven werd gegund aan IJme K. Elzinga uit Arum voor Hfl. 9115,- Hij was de goedkoopste van in totaal 15 inschrijvingen. De grond uit de haven werd verkocht aan het RK Bonefaciushuis dat er de tuin mee zou ophogen. Echter bij het doorsteken van de dam tussen de 1e en 2e kolk spoelde deze grond grotendeels weg.

In hetzelfde jaar werden 24 jachthuizen gebouwd (nrs. 27 t/m 50) door aannemer Jan Lusthof.

In 1926 werden nog eens 8 jachthuizen (nrs. 51 t/m 58) gebouwd door de firma Ooms en Lusthof. Hiermee was de wal aan de kant van het Burgemeester de Hooppark eerst volgebouwd. Voor een verdere uitbreiding werden er jachthuizen aan de kant van de Oudvaart gebouwd, deze als volgt gerealiseerd:

  • In 1927: 4 jachthuizen (nrs. 75 t/m 78) Aannemer: P.Boomsma.
  • In 1931: 6 jachthuizen (nrs. 69 t/m 74) Aannemer: P.Boomsma.
  • In 1936:10 jachthuizen (nrs. 59 t/m 68) Aannemer: P.Boomsma.

Hiermee was ook de kant van de Oudvaart vol gebouwd en kwam de Raad van Beheer met het voorstel tot uitbreiding van de 2e kolk! Dit verzoek voor aankoop van 3080m2 is ingediend bij Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sneek.

2e KOLK (3e fase)

Op 1 april 1936 werd het verzoek voor uitbreiding van de 2e kolk in de gemeenteraad behandeld en goedgekeurd. De jachthaven mocht opnieuw uitbreiden in ZO richting. Er werd een prijs bepaald van 40 cent per m2, onder voorwaarde dat door de N.V. Sneeker Jachthaven een strook grond, groot 80 m2, aan de gemeente zou worden afgestaan voor de aanleg van de huidige ontsluitingsweg naar het toen nog te bouwen zwembad. De aandeelhouders stemden hiermee in. De aankoop van de grond voor de uitbreiding van de 2e kolk kostte de Sneeker Jachthaven dus Hfl. 1232,-

In 1937 werd de 2e kolk in samenwerking met de gemeente Sneek uitgebreid tegen een vergoeding voor het graafwerk van Hfl. 2900,-. Na gereed komen van deze uitbreiding, werd in 1937 aansluitend een begin gemaakt met de bouw van het laatste complex van 12 jachthuizen (nrs. 79 t/m 90) naar ontwerp van aandeelhouder/architect A. Goodijk.

Op 10 januari 1938 zijn de werkzaamheden voor de bouw van deze jachthuizen gegund aan aannemer P.U. van Dijk voor een bedrag van Hfl. 7495,-. De heer Van Dijk was de goedkoopste uit 16 inschrijvingen.

Na de voltooiing van deze 12 jachthuizen was het totaal aantal te bouwen jachthuizen gereed.

In 1932 was er door de gemeenteraad al ingestemd met het aanleggen van een kanaal tussen de Oudvaart en de Houkesloot. Het heeft nog tot 1936 geduurd tot dit kanaal, het huidige ‘Jachthavenkanaal’ werd gerealiseerd. Vanaf dat moment was het niet meer nodig om door de stad heen, via de Oudvaart en het Zomerrak, op het Sneekermeer te komen.

De Raad wilde de uitvaart op de plaats van de eerste kolk houden, maar de aandeelhouders waren daar tegen. Omdat het nieuwe kanaal tussen Oudvaart en Houkesloot reeds gegraven was wilde men aan die kant de uitvaart en zo kreeg onze haven 2 in- en uitvaarten, en werd de dam tussen 1e en 2e kolk weer gesloten.

In 1932 werd nog een gebouwtje, in Amsterdamse stijl, naast de 1e kolk gebouwd; de Soos. Deze Zeilsoos is begin 2000 door een aantal enthousiaste aandeelhouders in oude glorie hersteld en dient voor vergader- en ontmoetingsplaats voor de aandeelhouders.

Tijdens de tweede wereldoorlog zijn de boten die ligplaats hadden in de jachthaven een aantal malen door de bezetters in beslag genomen, hetgeen volgens de toenmalige secretaris, de heer Hazelhoff, niet veel indruk maakte  omdat “de heren geen benzine hadden om ze te vervoeren”.  Beangstigend was wel de mitrailleurbeschieting van de haven door een Duits vliegtuig op de avond van 28 februari 1945. De daken van een aantal jachthuizen werd doorzeefd met kogels en schepen werden zwaar beschadigd.

Ontwerp: Uitgeverij Van Pommeren 2020